vrijdag 31 oktober 2008

97 Y

Gedicht opgedragen aan Wouter Rogiest.


Toen het laken kreukte
nam je mijn hand gebarend vast.
Of ik stopte, kalm kon zijn:
any minute now, pranzo is served.
Maar ook of ik onder de coating
nog tijger vond, klauwerde, weer-

werk bood, dwars door geboden heen
prikken kon. Hoezeer ik iets wou,
het hard wouhet desnoods met geweld,
het desnoods op zich: ik, die jou wou.

Toen het laken uiteindelijk scheurde
nam je er niet de minste aanstoot aan.

Geen opmerkingen: