Gedicht opgedragen aan Ivo Van Strijtem.
De stilte, bezwerend, de wekker (nee!)
staat al weer uit. De dag heeft geen
nood aan geluid, vraagt geen woord.
Als vermoord: dos tranquilli, niet doods
maar onschuldig, onwoedend; ongroot.
Zijn zo klaar voor de dag, voor mekaar:
straks rechtop, nu nog hier, tot ons
zwijgen een huid wordt, onverdeeld
ingebeeld als een slaapzak voor twee
om als een lijfspreuk in op te staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten