donderdag 11 september 2008

47 O

Gedicht opgedragen aan Peter Verhelst.


Uit de liggende tweespalt van planken
rees vanmorgen gestalte die stond
zoals jij, qua gedaante dezelfde
maar niet in de geest. Zei je amen

of was dat zijn vraag om de ramen
open te doen? Hij stamelde dwars
door het deurgat heen, tastte zwart
in de scheerzak, ontdekte een mes
en dat hielp: gladde kin, hij herpakte

jou terug, hij werd jou, kwam toen terug
om mij open te vouwen met meukenlasciva
est nobis pagina, vita proba est. Plots
terug zoel deze schraag die ons bed heet
en die je me blijkbaar hebt gebracht
om haar met jouw twee zelven in beurtrol te delen.

Geen opmerkingen: