maandag 28 juli 2008

2 A

Gedicht opgedragen aan David Troch.


Brood en spelen, ze waren ons voor
de hand gelegd, in de mond
belegd met wat we hadden
aan bezwaren tegen bloederig vlees.

Er was nog niet veel om te bezeren,
enkel leeuwen of mensen, anders

christenen of iets dat mooi rent.

En iedereen sliep een holocaust door
bij gebrek aan koffie, waar Zeus
zijn beminden en pleonieme jupijnen
was mee vergeten te impregneren.

Halfweg de kuit van de Romeinse laars
klinkt het lui, en met oogluikend gemak:

È arrivato il momento giusto, morituri,
di salutarci.

Geen opmerkingen: